Adem en stem

Gemiddeld ademen we 12 keer per minuut en zo gebruiken we ongeveer 8000 liter lucht per etmaal. Uit de lucht halen we zuurstof en we ademen kooldioxide uit.

Om te ademen gebruiken we de volgende lichaamsdelen: De borstkas, de luchtpijp, de longen en de adem- en buikspieren. De adem is (samen met een goede houding) de basis voor de stemgeving.

De stem is het geluid dat ontstaat wanneer lucht in trilling wordt gebracht door de stemplooien (ook wel stembanden genoemd). Tijdens ademen staan de stemplooien wijd uit elkaar. Bij het stemgeven sluiten de stemplooien tegen elkaar aan om de stemspleet te vormen. Zij worden in trilling gebracht door de – vanuit de longen door de luchtpijp – uitgeademde lucht. De mond-, neus- en keelholte zorgen voor resonantie en klankvorming.

VERKEERDE SPREEKADEM   
Er wordt verkeerd geademd bij het spreken waardoor mensen "achter de adem raken". Dat betekent dat er langer gesproken wordt dan dat er lucht voor is. Meestal volgt daarna een gespannen en hoorbare manier van inademen om weer voldoende lucht te krijgen. De logopedist leert een goede spreekadem aan, waardoor er beter geademd wordt tijdens het spreken.

HYPERVENTILATIE     
Bij hyperventilatie wordt er te snel en te oppervlakkig geademd. Hierdoor bevat het bloed te veel zuurstof en te weinig kooldioxide. Verschijnselen van hyperventilatie zijn: duizeligheid, tintelingen in de armen en handen, zweten, hartkloppingen, drukkend gevoel op de borst en ademnood. De logopedist leert een goede manier van ademen aan, vaak in combinatie met ontspanningsoefeningen.


VERKEERD STEMGEBRUIK EN STEMMISBRUIK     
Functionele stemstoornissen kunnen ontstaan als gevolg van verkeerd of overmatig stemgebruik en stemmisbruik: Om de stem in goede conditie te houden is het belangrijk dat er op een ontspannen manier gesproken wordt. Wanneer er een gespannen of afwijkende manier van ademen of spreken voorkomt, heeft dit vaak gevolgen voor de stem. De stem kan daardoor minder goed functioneren en er ontstaan stemklachten. Bijvoorbeeld: een snel vermoeide stem, een dik gevoel in de keel, heesheidklachten. De logopedist maakt de cliënt bewust van de slechte gewoonte. Er wordt gewerkt aan een ontspannen houding, goede adem-stemkoppeling en er worden technieken geoefend voor een heldere stemgeving.    
             

ORGANISCHE STEMSTOORNISSEN       
Soms ontstaan door verkeerd stemgebruik of misbruik (eventueel gecombineerd met een ontsteking) knobbeltjes of poliepen op de stembanden. Ook roken kan in combinatie met verkeerd stemgebruik diverse organische stemstoornissen geven. Vaak zal de cliënt eerst geopereerd worden. Daarna is logopedische behandeling noodzakelijk om een goede stemkwaliteit te herstellen en opnieuw optreden van de klachten te voorkomen.

STEMBANDVERLAMMING      
Na een operatie of infectieziekte kan een stembandverlamming optreden. De logopedist probeert dan door oefeningen de resterende stemmogelijkheden te optimaliseren.

LARYNGECTOMIE (= OPERATIEF VERWIJDEREN VAN HET STROTTENHOOFD)
Na een operatie aan het strottenhoofd zijn de stembanden verwijderd. De logopedist kan helpen alternatieve spraakmogelijkheden te zoeken en aan te leren (bv slokdarmspraak) Stemhygiëne
Voor alle mensen met stemklachten geldt dat het belangrijk is om ´stemhygiëne´ in acht te nemen. Hieronder verstaan we:

  • Stoppen met roken!
  • Verminderen of afleren van keelschrapen of kuchen.
  • Niet fluisteren (verhoogt de druk onder de stembanden).
  • Verminderen van schreeuwen en gillen.
  • Verminderen van (eventueel overdreven) alcoholgebruik.
  • Keel vochtig houden door veel water te drinken.
  • Stress en spanning proberen te vermijden

Contact